Maak kennis met ……. Saskia Bosman

Mijn zoons Jochem (16) en Sietse (14) schaken al sinds de eerste
clubavond bij Magnus. Ze begonnen met schaken op school en vonden dat zo leuk dat ik al snel op zoek ging naar een schaakclub. En rond die tijd
waren Jochem en Dharma bezig met de oprichting van Magnus Leidsche Rijn.
Vanaf het begin schaken zij er met veel plezier, en voelden ze zich
thuis in de laagdrempelige en persoonlijke sfeer. Met een kleine groep
jongens en meisjes, waarvan nu nog steeds een groot deel bij Magnus
schaakt, zijn ze opgegroeid tot eigenwijze pubers. Van actieve,
ambitieuze en goede jeugdschakers, tot liefhebbers van een potje schaak
op een gezellige avond met vrienden, en alles ertussenin. Jullie zien ze
als trainers, bij de inschrijfbalie en in de late groepen rondlopen.

Als moeder wist ik weinig tot niets van schaken. En ondanks dat ik echt
wel wat leer van wat ik hen zie doen, mijn schaakniveau is nog steeds
vrij beroerd. Maar ook mijn liefde voor het spelletje is gewekt bij
Magnus. Dus op vakantie sleep ik trouw een stappenboekje en potlood mee,
wat de jongens dan met veel plezier nakijken, en zo langzamerhand ken ik
zelfs namen van een aantal grootmeesters .

Bij de start van Magnus waren er ongeveer 20 kinderen, en op de
clubavond even zo veel taken te verdelen: training geven, inschrijving
doen, ‘de bar draaien’, toezicht houden op het schoolplein. En omdat
Sietse toen nog maar net 6 was, zat ik iedere vrijdag op de clubavond en
ging ik vanzelf meehelpen.

Toen Jochem me vroeg om in het bestuur te komen heb ik wel even
nagedacht: ik heb, net als velen van jullie, een stevige baan als
manager Wijkzaken bij de gemeente Culemborg, ook bij hockey en volleybal (want dat doen de jongens ook) en bij tennis (dat doe ik zelf) wordt van de ouders verwacht dat ze hun steentje bijdraagt. Al met al levert dat in het algemeen een volle week. Maar omdat Magnus draait op zo’n ontzettend leuke, enthousiaste groep vrijwilligers, ben ik toch met veel
enthousiasme aan de taak begonnen.

Bijna iedere vrijdag zie ik zo’n dan 100 kinderen binnen komen op de
vrijdag avond, de een enthousiast klaar voor de schaakles, de ander druk
kletsend met een vriendje of vriendinnetje, en een laatste hard rennend:
“ik ben een beetje laat….”. Trainers gaan met hun ‘clubje’ aan de
slag, in de pauze staat een hele rij bij de bar, en hoor ik over
toernooien waar kinderen geweest zijn. Het bruist bij Magnus!