Magnus 1 zet concurrentie op achterstand
Het was nog donker, toen in de vroege morgen van de elfde Februari 2023, de held van deze geschiedenis, Tom van Egmond ontwaakte. Vandaag bevond de geschiedenis zich op een kantelpunt. In klasse 5D van de KNSB-competitie althans, en niet alleen Tom, maar ook de andere Magnus 1-spelers, zouden daar een hoofdrol in spelen. Maar liefst drie teams (De Rode Loper, Hoogland en Magnus) deelden op dat moment de koppositie, met Moira Domtoren op slechts 1 bordpuntje afstand. En hoe het ook gaan moge, vandaag zouden de mannen zich van de jongens scheiden, zoveel was voor aanvang wel duidelijk. Wij nemen u mee in de gebeurtenissen.
Een wedstrijd uit, tegen Kasteel Lekstroom, met als podium het clublokaal van postduivenvereniging ‘De Groene Olijftak’. Dat klinkt als een stap terug in de tijd en in zekere zin was het dat ook, getuige het bruinhouten interieur van de speellocatie, de afwezigheid van een pinapparaat in de bar, maar vooral ook de ouderwetste gezelligheid bij de thuisclub, die ons bij het binnentreden van ‘De Olijftak’ tegemoet trad.
‘Kasteel Lekstroom’, was dat niet de ondertitel van die aflevering van ‘Ik vertrek’, waarin een de man van een steenkool Frans sprekend echtpaar uit Boskoop, zichzelf in het pas door hen aangekochte en tot ‘Chambre d’Hotes om te bouwen chateau elektrocuteert, nadat een lekkage de meterkast heeft bereikt en de heer des huizes daarom in het holst van de nacht poolshoogte was gaan nemen om te kijken waarom het elektrische kacheltje en de verlichting het ineens niet meer doen?
Maar genoeg mise-en-scène, we gaan naar de wedstrijd. Lucas begint zo langzamerhand een zekerheidje te worden. Die kun je met een gerust hart op pad sturen, getuige zijn 100% score dit seizoen. Er zijn natuurlijk wel meer spelers voor wie dat geldt, maar die speelden allemaal óf minder partijen, óf op een bord in de lagere regionen van de bordvolgorde (en niet zoals Lucas dat deed op het hoofdpodium). Puur voor de formaliteiten werd de partij daarom nog wel gespeeld, maar toen Lucas al snel een paar gezonde pionnen voor stond, kon het eerste punt van de middag op het scorebord worden bijgeschreven.
Tom speelde tegen een baas. En als je op bord 2 zit, dan weet je dat dat niet zomaar een baas is, maar een eindbaas; een Aart Baas! Aart kwam met het Vleugelgambiet op de proppen en gooide er vervolgens ook nog eens een stukoffer tegenaan. Een dame, een loper, een toren; ze stoomden allemaal op over de zwakke witte velden, terwijl Tom’s koning de bescherming van zijn f-pion node moest missen. De stelling was zó spannend, dat op een gegeven moment veertien niet al te modieus geklede heren, hun eigen partij in de steek lieten en rondom bord 2 samendromden om het daar ten tonele gebrachte schouwspel met ingehouden adem te aanschouwen. Tom moest werkelijk alle zeilen én zijn bedenktijd bijzetten om de juiste verdediging te vinden. Het werd een episch gevecht waarin beide spelers elkaar tot het uiterste dreven. Een gevecht waaruit uiteindelijk maar één overwinnaar op zou staan. Tom van Egmond, de held van ons verhaal! Hier zouden later boeken over geschreven gaan worden en Tom doet er wijs aan de filmrechten niet al te gemakkelijk van de hand te doen. Op het stadhuis van Nieuwegein schijnen al stemmen op te gaan om een standbeeld voor hem op te richten.
Aan het tafeltje van Dirk was intussen een nogal ongewoon beeld te zien. Dirk stond namelijk vóór in tijd. Nee, het ligt niet aan uw toestel, u leest het goed, we begrijpen de verwarring, maar gaat u maar weer rustig zitten. Ongetwijfeld voegt u daar terecht en ogenblikkelijk de opmerking ‘als dat maar goed gaat’ aan toe. Nou, dat ging het. Dirk’s tegenstander waagde een kwaliteitsoffer op h5, dat Dirk zonder blikken of blozen aannam. Vervolgens kwam er een soort kluitjesvoetbal op het bord, waarin nagenoeg alle witte stukken zich rondom veld f3 positioneerden. En toen ineens had de tegenstander van Dirk er genoeg van en gooide de handdoek in de ring. Dirk’s vertwijfelde opmerking ‘Dat is snel, je had best nog even door mogen spelen’, deed niet meer te zake. Naar verluidt heeft Dirk de overgebleven tijd op zijn klok in een doggybag gestoken en mee naar huis genomen.
De tegenstander van Mika bediende zich van een Hippo, een drierijensysteem waarbij zwart zich ingraaft op de achterste regionen. Mika was daar niet van onder de indruk en zette pionnen op b4, c4, d4 en e4. Omdat in het schaken de termen ‘Berlin Wall’ en de ‘Chinese Wall’ al bezet zijn, stel ik voor om deze opzet naar die ander bekende muur in de wereldgeschiedenis te noemen. Een muur in Leidsche Rijn nota bene: The Wall, winkelcentrum The Wall om precies te zijn. Door Pink Floyd werd er nog een liedje over gemaakt. Staat altijd hoog in de Top 2000. Het NRC noemde het bouwwerk langs de A2 een ‘megalomane mislukking’. Mika wist van zijn winkelcentrum op de vierde rij echter een winstgevend bouwwerk te maken. ‘We don’t need no education’. Nee, Mika hoef je niet te leren hoe je zo’n drierijensysteem aanpakt. ‘Hey chess-teacher, I’ll bring a point back home’. Tu-tu-tu-du-du. Waarmee ik de verslaglegging over deze partij laat voor wat ‘ie is; ik moet nog even iets bij de Media-Markt halen.
Arjen besloot in zijn partij een experiment aan te gaan door een stuk te geven voor 3 pionnen. Ik geef u een korte samenvatting van een partij die nog best lang duurde: experiment geslaagd, partij verloren. En eerlijk is eerlijk, zijn tegenstander speelde het goed uit. Omdat Arjen zowel Lucas als Mika een lift gaf, bracht hij uiteindelijk toch 2 punten mee naar huis.
Polle speelde een degelijke partij en zette een aanval op de koningsvleugel op die er gevaarlijk uitzag. Zijn tegenstander raakte echter niet in paniek en uiteindelijk was een remise in een gelijk toreneindspel het logische resultaat.
Bessel was samen met Dirk op de fiets naar IJsselstein gekomen. Onderweg vertelde hij Dirk een mopje: ‘Het is geel en gaat terug in de tijd? De tram naar IJsselstein’. Dit seizoen had Bessel nog geen partij verloren, maar vandaag verliepen de zaken aan Bessels zijde van het bord niet zoals gewenst. Even later was de nul een feit, maar gelukkig maakte de bittergarnituur waarop de thuisclub trakteerde veel goed.
Bas had een drukke week achter de rug en schrok tijdens zijn middagdutje wakker toen zijn tegenstander een remiseaanbod deed. Hij besloot nog even door te spelen omdat aan het eind van het seizoen, in de strijd om het kampioenschap, elk half bordpuntje weleens van belang zou kunnen zijn. Zo nu en dan overvielen Bas echte ‘schaakgedachten’ als: ‘mijn tegenstander heeft het loperpaar en ik niet, dus laat ik aansturen op een gesloten stelling, waarin mijn 2 paarden in het voordeel zijn’. Maar meestal kwam zijn kersenpit niet veel verder dan een overweging als ‘de thermostaat staat hier op 16 graden, mijn hemel wat is het koud, zal ik even naar de auto lopen om een dekentje te halen?’. Gelukkig bleven er prima zetten uit zijn inmiddels wat blauw aangelopen, maar trefzekere vingers komen en toen Bas’ torens via de h-lijn de vijandelijke stelling binnendrongen, hield zijn tegenstander het voor gezien en konden de stukken terug in de doos. Het bracht de eindstand Kasteel Lekstroom 1 – Magnus 1 op 2,5 – 5,5.
De avonden na een speelronde als deze, brengen altijd nog een extra element in stelling; online nagaan hoe de concurrentie het er die dag vanaf heeft gebracht. Langzaam maar zeker druppelden de uitslagen binnen. Eerst was daar al het heugelijke nieuws dat Moira Domtoren en De Rode Loper in hun onderlinge derby tot 4-4 waren gekomen en daarmee dus allebei punten hadden gemorst. En later op de avond bleek dat OZU die andere medekoploper, Hoogland had verslagen. Daarmee bleek Magnus de concurrentie op achterstand gezet te hebben, en werd het al met al een gedenkwaardige dag. Dit was andere tijden, terug naar de onze!
’s Avonds poetsten de teamleden moe maar voldaan hun tanden, alvorens van een welverdiende nachtrust te gaan genieten. In Nieuwegein trok de partij van zijn leven nog eenmaal als een film voor de ogen van Tom van Egmond langs. Wát een verdedigingskunsten, wát een partij! Hij zoog de borst vol adem en stapte in bed. ‘Het is gezien,’ mompelde hij, ‘het is niet onopgemerkt gebleven’. Hij strekte zich uit en viel in een diepe slaap.